Hoe kan ik als beheerder cursusobjecten in een blauwdrukcursus vergrendelen?

In een afzonderlijke blauwdrukcursus kun je cursusobjecten vergrendelen en ontgrendelen, en inhoud synchroniseren voor de blauwdrukcursus. Als je niet zeker weet hoe objecten zijn gedefinieerd voor de cursus, kun je ze bekijken op het tabblad Cursusdetails van Cursusinstellingen. Kenmerken voor vergrendelde objecten kunnen op elk gewenst moment worden gewijzigd in Cursusinstellingen.

Als je een cursusleider inschrijft in een blauwdrukcursus, kan ook die cursusleider cursusobjecten vergrendelen en ontgrendelen. Objecten in blauwdrukcursussen zijn standaard ontgrendeld.

Vergrendelde objecten

Door een object in een cursus te vergrendelen worden de in de Cursusinstellingen gedefinieerde kenmerken geactiveerd. Elke wijziging aan een kenmerk wordt met terugwerkende kracht toegepast op alle vergrendelde objecten in de gekoppelde cursus. Als een kenmerk wordt ingeschakeld voor vergrendelde objecten in de blauwdrukcursus, zorgen vergrendelde inhoudskenmerken in de gekoppelde cursus die verschillen van vergrendelde inhoudskenmerken in de blauwdrukcursus, ervoor dat een niet-gesynchroniseerde wijziging in de blauwdrukcursus wordt geactiveerd en worden de objecten van de gekoppelde cursus overschreven.

Het vergrendelen of ontgrendelen van een object wordt onmiddellijk toegepast op alle gekoppelde cursussen. De wijziging wordt nog steeds gemarkeerd als een niet-gesynchroniseerde wijziging en wordt pas op de pagina Synchronisatiegeschiedenis weergegeven nadat de synchronisatie is voltooid. Bovendien worden wijzigingen pas als een niet-gesynchroniseerde wijziging gemarkeerd nadat de pagina is vernieuwd. 

Ontgrendelde objecten

Objecten die ontgrendeld zijn, kunnen door een cursusleider worden beheerd zoals elk ander Canvas-object. Als de blauwdrukcursus wordt gesynchroniseerd en de cursusleider ontgrendelde objecten in de gekoppelde cursus heeft gewijzigd, worden ontgrendelde objecten niet overschreven door de gesynchroniseerde wijzigingen.

Ontgrendelde blauwdrukobjecten kunnen op elk gewenst moment worden vergrendeld. Als je een niet-gepubliceerd object vergrendelt en dat object werd eerder uit een gekoppelde cursus verwijderd, dan wordt het object vervangen in de gekoppelde cursus.

Objectbeheer

Dit artikel laat zien hoe je een object vanaf de pagina Opdrachten kunt vergrendelen. Objecten kunnen ook worden beheerd op de pagina's Bestanden, Modules, Pagina's en Toetsen.

In Modules kunnen alleen afzonderlijke module-items worden vergrendeld. Wijzigingen aan de modulestructuur worden meegenomen als onderdeel van een cursussynchronisatie.

Opmerkingen:

  • Alleen objecten die in de blauwdrukcursus zijn gemaakt, kun je vergrendelen en ontgrendelen. Nieuwe objecten die door een cursusleider aan een gekoppelde cursus zijn toegevoegd, bevatten geen blauwdrukpictogram en zijn niet gekoppeld aan de blauwdrukcursus.  
  • Je kunt nieuwe toetsen alleen vergrendelen en ontgrendelen als Nieuwe toetsen voor jouw organisatie is ingeschakeld.

Account openen

Account openen

Klik in Globale navigatie op de link Beheerder (Admin) [1] en klik vervolgens op de naam van het account [2].

Cursussen openen

Cursussen openen

Klik op de link Cursussen (Courses) in Accountnavigatie.

Opmerking: Wanneer je een account opent, wordt standaard de pagina Cursussen geopend.

Cursus zoeken

Cursus zoeken

Gebruik de filter- en zoekopties om de cursus in het account te zoeken.

Klik op de optie Alleen blauwdrukcursussen tonen (Show only blueprint courses) om alleen blauwdrukcursussen in de zoekresultaten op te nemen.

Gebruikersinstellingen openen

Klik in de lijst met cursussen op het pictogram voor de instellingen van de cursus.

Opdrachten openen

Opdrachten openen

Klik op de link Opdrachten (Assignments) in Cursusnavigatie.

Opmerking: Objecten kunnen ook worden beheerd op de pagina's Bestanden, Modules, Pagina's en Toetsen.

Pictogramstatus bekijken

Pictogramstatus bekijken

Je kunt de status van elk object bekijken op een van de indexpagina's. Witte vierkantjes geven aan dat het object ontgrendeld is [1]. Blauwe vierkantjes met een slotje geven aan dat het object vergrendeld is [2].

Objecten zijn standaard ontgrendeld. Je kunt de status van een object wijzigen door te wisselen tussen de pictogrammen voor vergrendelen en ontgrendelen.

Object vergrendelen

Object vergrendelen

Je vergrendelt een object door op het pictogram voor ontgrendelen van het object te klikken. De tekst bij de muisaanwijzer bevestigt dat je het object gaat vergrendelen.

Object ontgrendelen

Object ontgrendelen

Je ontgrendelt een object door op het pictogram voor vergrendelen van het object te klikken. De tekst bij de muisaanwijzer bevestigt dat je het object gaat ontgrendelen.

Status in afzonderlijk object bekijken

De blauwdrukstatus kan voor afzonderlijke objecten overal worden gewijzigd, met uitzondering van bestanden.

Bestanden kunnen alleen op de indexpagina Bestanden worden vergrendeld of ontgrendeld.

Object vergrendelen

Object vergrendelen

Als je een ontgrendeld object wilt vergrendelen, klik je op de knop Blauwdruk (Blueprint). De knop verandert van grijs in blauw en geeft aan dat het object vergrendeld is.

Object ontgrendelen

Object ontgrendelen

Afzonderlijke objecten laten de kenmerken zien die vergrendeld zijn.

Als je een vergrendeld object wilt ontgrendelen, klik je op de knop Vergrendeld (Locked). De knop verandert van blauw in grijs en geeft aan dat het object ontgrendeld is. De banner voor vergrendelde kenmerken wordt eveneens van de pagina verwijderd.

Toegang voor cursusleiders bekijken

Vergrendelde opdracht bekijken

Cursusleiders kunnen vergrendelde en ontgrendelde pictogrammen op de indexpagina bekijken. Ze kunnen echter niet de bestaande status van een object wijzigen.

De afzonderlijke pagina voor vergrendelde objecten geeft de vergrendelde kenmerken weer die mogelijk in Cursusinstellingen zijn geselecteerd. Cursusleiders kunnen geen vergrendelde objecten wijzigen, dus ook geen kenmerken daarin die vergrendeld zijn.

Pagina Bewerken voor opdracht bekijken